Texturen
Stelt de eigenschappen van de oppervlaktetextuur voor het geselecteerde 3D-object in. Deze optie is pas beschikbaar als u een oppervlaktetextuur op het object hebt toegepast. U kunt snel een oppervlaktetextuur toepassen door de Galerij te openen, Shift+ CommandCtrl in te drukken en dan een afbeelding op het geselecteerde 3D-object te slepen.
Texturen
Hier kunt u de textuureigenschappen instellen.
Type
Stel de kleureigenschappen van de textuur in.
Zwart-wit
Converteert de textuur naar zwart-wit.
Zwart-wit
Kleur
Converteert de textuur naar kleur.
Kleur
Modus
Toont of verbergt arcering.
Alleen textuur
Past de textuur zonder arcering toe.
Alleen textuur
Textuur en schaduw
Past de textuur met arcering toe. Klik op de knop Arcering in dit dialoogvenster om de arceringsopties voor de textuur te definiëren.
Textuur en schaduw
Projectie X
Hier kunt u de opties voor het weergeven van de textuur instellen.
Objectspecifiek
Past de textuur automatisch aan de vorm en grootte van het object aan.
Objectspecifiek
Parallel
Past de textuur toe, parallel aan de horizontale as.
Parallel
Cirkelvormig
Wikkelt de horizontale as van het textuurpatroon rond een bol.
Cirkelvormig
Projectie Y
Klik op de respectievelijke knoppen om de structuur voor de Y-as van het object te definiëren.
Objectspecifiek
Past de textuur automatisch aan de vorm en grootte van het object aan.
Objectspecifiek
Parallel
Past de textuur toe, parallel aan de verticale as.
Parallel
Cirkelvormig
Wikkelt de verticale as van het textuurpatroon rond een bol.
Cirkelvormig
Filter
Filtert een gedeelte van de 'ruis' uit die kan ontstaan bij het toepassen van textuur op een 3D-object.
Filteren aan/uit
Vervaagt de textuur een beetje, zodat ongewenste glinsteringen verdwijnen.
Filteren aan/uit