Sneltoetsen in de BASIC-IDE
In de BASIC-IDE kunt u de volgende sneltoetsen gebruiken:
Actie |
Sneltoets |
Klik op dit pictogram om de code uit te voeren, beginnend op de eerste regel of vanaf het huidige onderbrekingspunt als het programma daar eerder gestopt is. |
F5 |
Stoppen |
Shift+F5 |
Voeg controle toe voor de variabele bij de cursor. |
F7 |
Ga stap voor stap door elke instructie, beginnend op de eerste regel of bij die instructie waar de programma-uitvoering eerder gestopt is. |
F8 |
Uitvoeren in één stap, net als met F8, maar een functie-aanroep wordt slechts als één instructie beschouwd. |
Shift+F8 |
Een onderbrekingspunt op de huidige regel of alle onderbrekingspunten in de huidige selectie instellen of verwijderen. |
F9 |
Het onderbrekingspunt op de huidige regel of alle onderbrekingspunten in de huidige selectie inschakelen/uitschakelen. |
Shift+F9 |
Een macro die wordt uitgevoerd kan worden verlaten met Shift+CommandCtrl+Q, alsmede van buiten de BASIC IDE. Indien u in de BASIC IDE bent en de macro stopt bij een onderbekingspunt, dan stopt Shift+CommandCtrl+Q het uitvoeren van de macro, maar u kunt dit pas herkennen na de volgende F5, F8, of Shift+F8.